Een gezondheidsbevorderende leefomgeving – zo doe je dat
Door: Sterre ten Houte de Lange
Bovenop de bouwopgave en de ruimtelijke opgave hebben gemeenten zich met het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) ook gecommitteerd aan de opgave om in hun omgevingsplannen gezondheidsbevordering en gezondheidsbescherming mee te nemen. Een flinke driedubbele opgave, zou je kunnen zeggen. Djoeke van Dale, expert gezond leven, en Brigit Staatsen, senior onderzoeker gezonde leefomgeving, zijn werkzaam bij het RIVM. Het RIVM moet in het GALA zorgen voor kennisontsluiting en monitoring van het GALA. Niet zo gek ook, dat hun stokpaardje is: gebruik de kennis die er is.
Gezondheidsbevorderende leefomgeving
Eerst maar eens even: hoe doe je dat, gezondheid bevorderen en beschermen door middel van de inrichting van de leefomgeving? ‘Hierbij kan je denken aan het verbeteren van de luchtkwaliteit, aan mogelijkheden bieden tot bewegen en/of aan een verkoelende lommerrijke omgeving creëren’, verduidelijkt Staatsen.
Veel van deze aanpakken houden verband met klimaatadaptatie, waar gemeenten óók nog rekening mee moeten houden. Er valt steeds meer regen en die moeten we op zien te vangen. Een oplossing daarvoor is straten en tuinen onttegelen en daar groen voor in de plaats zetten. Staatsen: ‘Sommige woningcoöperaties halen de tegels uit de tuinen van huurhuizen die vrij komen en die mogen niet terugkomen. Als je groen in de tuin en straat hebt staan, werkt dat verkoelend. Waarbij struiken weer beter verkoelen dan gras en bomen weer beter dan struiken. Bomen zorgen tevens voor schaduw, zodat bewoners in de schaduw kunnen lopen en daardoor minder blootgesteld worden aan uv-straling.’ Win-win-win.
Bewoners betrekken
En daarmee hebben ze meteen twee knelpunten van deze GALA-opdracht te pakken: alleen een integrale aanpak heeft effect en alleen een aanpak waarbij de bewoners betrokken worden heeft effect. En dat laatste is nog niet zo makkelijk, weet Van Dale. ‘In Rotterdam wilden ze op een gegeven moment iets aan de leefomgeving rondom een flat-complex doen, samen met de bewoners. Maar het kon de bewoners niks schelen of er schommels of bomen voor de deur kwamen. Ze wilden dat hun huis eerst opgeknapt werd.’ Moraal van het verhaal: ‘Zorg dat je de juiste problemen aanpakt’, aldus Van Dale. ‘Als er enorme armoede speelt in een wijk, en de huizen zijn niet geïsoleerd en mensen hebben een taal- en onderwijsachterstand, verslavingsproblematiek en instabiele gezinnen, dan gaan een paar paadjes met bankjes om de 150 meter geen zoden aan de dijk zetten.’
'Benadruk niet de gezondheidswinst van een interventie, maar ook de winst voor andere domeinen.’
Integraal akkoord
Helpt de manier waarop het GALA is opgesteld? Het is een veelomvattend akkoord, ondertekend door gemeenten, VWS en zorgverzekeraars, ondersteund door een breed scala aan kennisinstituten. Bovendien zijn gemeenten gebonden aan de afspraak om hun plannen integraal te maken. En in samenhang met allerlei andere akkoorden zoals het Integraal Zorgakkoord en het Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen en het Sportakkoord II. De integraliteit, waar Staatsen en Van Dale voorstander van zijn, zit er in ieder geval in.
Toch twijfelen de experts of dit akkoord wel de beoogde doelen gaat halen. ‘De fles is halfleeg’, zegt Van Dale en dan lachend: ‘Halfvol bedoel ik! Er zit een goede stimulans in om plannen integraal te maken, ook in de financiering. Al zijn er nog steeds veel verschillende potjes. En een ander positief aspect van GALA is dat het stimuleert om samen te werken. Maar het moet nog wel tot uitdrukking komen de komende jaren.’ Waar zit de twijfel? Van Dale: ‘Het gaat over heel veel partijen die moeten samenwerken. En samenwerken is moeilijk.’
Andere taal
‘Je merkt ook dat mensen die zich bezighouden met ruimtelijke ordening en mensen die zich bezighouden met gezondheid een andere taal spreken’, vult Staatsen aan. ‘In het verleden hebben we met Platform31 met leerkringen gewerkt. Daarbij nodigden we gemeenten uit om iemand uit het gezondheidsdomein te sturen samen met iemand van de ruimtelijke ordening. Zodat direct de juiste domeinen bij elkaar aan tafel zitten. Nu wil je dat weer. Daarnaast wil je vroeg in het proces zitten. Je wil eigenlijk al bij projectontwikkelaars aan tafel zitten met alle juiste partijen. De GGD heeft een grote rol in GALA. Zij zijn naar voren geschoven als regionale regievoerder en aanjager van de GALA-doelen. Die moeten dus ook voldoende in positie zijn om die rol te kunnen pakken.’
Als het gaat om uitwisseling en samenwerking tussen verschillende domeinen hebben de experts ook een tip: benadruk niet de gezondheidswinst van een interventie, maar ook de winst voor andere domeinen. Een omgeving die bewegen stimuleert zorgt voor gezonde kinderen en gezonde kinderen doen het weer beter in het onderwijs. Het klinkt misschien een beetje vergezocht, maar genoeg kronkelpaadjes vol ontdekkingen voor kleine kinderen in een park in de buurt betaalt later uit in gezonde, goed opgeleide werknemers.
'Een enthousiaste kartrekker helpt ook enorm.’
Enthousiasme
‘En een enthousiaste kartrekker helpt ook enorm’, zeggen de twee bijna in koor. Een bruggenbouwer tussen verschillende domeinen. Zo iemand kan iedereen meekrijgen, het gevoel geven dat het ertoe doet. Van Dale: ‘Het liefst een enthousiaste wethouder die meer dan vier jaar zit. In Amsterdam heeft het project de ‘Amsterdamse gezond gewicht aanpak’ heel goed gewerkt omdat Eric van der Burg (nu demissionair staatssecretaris Justitie en Veiligheid, red.) daar acht jaar wethouder was. Hij was een hele goede, enthousiaste wethouder die dit programma langdurig voortzette.’
‘Voor leefomgeving is nu veel enthousiasme’, zegt Staatsen. ‘Zeker nu de omgevingswet er dan éindelijk gaat komen. Die is natuurlijk enorm vertraagd, maar ondertussen hebben heel veel gemeenten al omgevingsvisies ontwikkeld met allerlei ronkende termen. Nu is het spannend wat er in de praktijk van terecht gaat komen.’
Kennis
Net als met de omgevingsvisies moeten gemeenten ook integrale plannen inleveren rondom GALA. ‘Ik ben heel benieuwd wat daarin staat’, zegt Van Dale. ‘En of ze de beschikbare kennis gebruiken. Want we weten al heel veel van wat werkt en wat niet werkt. Het is aan ons om die kennis te ontsluiten, maar het is aan de uitvoerende partijen om die kennis te gebruiken. We hebben er in Nederland een handje van om heel veel nieuwe dingen te verzinnen en weinig te evalueren. Met het GALA kunnen we een aantal zaken langere tijd volgen. Zo kunnen we er ook achter komen welke dingen op lange termijn werken en met welk effect. Sommige dingen lijken namelijk te werken, voor even, maar hebben op de lange termijn geen effect.’
Een voorbeeld dat Van Dale heeft van dingen die níet werken is de beweegtuin voor ouderen. Een beweegtuin is een soort speeltuin met fitnesstoestellen die als doel hebben dat ouderen in de buurt een laagdrempelige mogelijkheid hebben tot bewegen. ‘Dat is ooit bedacht en geïmplementeerd, getest met ouderen’, weet Van Dale. ‘Maar we weten nu ook uit onderzoek dat als je daar niks omheen organiseert dan gebeurt er niks. Daarom blijft ons mantra: maak gebruik van de kennis die er al is over bewegen, leefomgeving en gezondheid!’

Dr. Djoeke van Dale werkt als expert gezond leven bij de afdeling Gezond leven waar zij professionals en beleidsmakers adviseert over ontwikkeling en toepassing van leefstijlinterventies in lokaal en nationaal beleid. Hiervoor ontwikkelde zij samen met andere kennisinstituten o.a. het erkenningstraject, een beoordelingssysteem om de kwaliteit en effectiviteit van o.a. leefstijlinterventies te ontwikkelen.

Brigit Staatsen is senior-onderzoeker Gezonde Leefomgeving bij het RIVM en trekker van het onderdeel leernetwerken binnen het Programma Gezonde Leefomgeving dat RIVM en ZONMW in opdracht van VWS uitvoeren, samen met verschillende partnerorganisaties (zie Programma Gezonde Leefomgeving van start | Gezonde Leefomgeving). Ook werkt ze aan methoden om de gezondheidseffecten van ingrepen in de leefomgeving te kunnen beoordelen.